opschaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opschaal (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·schaal
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opschalen |
opschaal
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschalen
- ... dat ik opschaal.
Gangbaarheid
- Het woord opschaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.