opschrikt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opschrikt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·schrikt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opschrikken |
opschrikt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschrikken
- ... dat jij opschrikt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschrikken
- ... dat hij opschrikt.
Gangbaarheid
- Het woord opschrikt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.