opspeld
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opspeld (hulp, bestand)
Woordafbreking
- opĀ·speld
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opspelden |
opspeld
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opspelden
- ... dat ik opspeld.
Gangbaarheid
- Het woord opspeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.