opspoorde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opspoorde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·spoor·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opsporen |
opspoorde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opsporen
- ... dat ik opspoorde.
- ... dat jij opspoorde.
- ... dat hij, zij, het opspoorde.
- ... dat ik opspoorde.
Gangbaarheid
- Het woord opspoorde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.