opsprongen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opsprongen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • opĀ·spronĀ·gen

Werkwoord

vervoeging van
opspringen

opsprongen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opspringen
    • ...dat wij opsprongen. 
    • ...dat jullie opsprongen. 
    • ...dat zij opsprongen. 

Gangbaarheid

  • Het woord opsprongen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.