opstook
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opstook (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·stook
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opstoken |
opstook
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstoken
- ... dat ik opstook.
Gangbaarheid
- Het woord opstook staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.