optakelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  optakelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·ta·kelt

Werkwoord

vervoeging van
optakelen

optakelt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optakelen
    • ... dat jij optakelt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optakelen
    • ... dat hij optakelt. 

Gangbaarheid

  • Het woord optakelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.