opvaart

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opvaart    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·vaart

Werkwoord

vervoeging van
opvaren

opvaart

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvaren
    • ... dat jij opvaart. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvaren
    • ... dat hij opvaart. 

Gangbaarheid

  • Het woord opvaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.