opval
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opval (hulp, bestand)
Woordafbreking
- opĀ·val
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opvallen |
opval
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvallen
- ... dat ik opval.
Gangbaarheid
- Het woord opval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.