opvlieg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opvlieg (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·vlieg
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opvliegen |
opvlieg
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvliegen
- ... dat ik opvlieg.
Gangbaarheid
- Het woord opvlieg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.