opvrolijkt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opvrolijkt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·vro·lijkt

Werkwoord

vervoeging van
opvrolijken

opvrolijkt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvrolijken
    • ... dat jij opvrolijkt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvrolijken
    • ... dat hij opvrolijkt. 

Gangbaarheid

  • Het woord opvrolijkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.