opweken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opweken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·we·ken

Zelfstandig naamwoord

deopwekenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord opweek
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.