opzijga

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opzijga    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·zij·ga

Werkwoord

vervoeging van
opzijgaan

opzijga

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzijgaan
    • ... dat ik opzijga. 
  2. (in een bijzin) aanvoegende wijs van opzijgaan
    • ... dat men opzijga. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord opzijga staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.