opzijga
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opzijga (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·zij·ga
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opzijgaan |
opzijga
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzijgaan
- ... dat ik opzijga.
- (in een bijzin) aanvoegende wijs van opzijgaan
- ... dat men opzijga.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord opzijga staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.