orgler

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

orgler

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van orgel


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈɔɾgləɾ /
Woordafbreking
  • org·ler
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

orgler

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van orgel
Schrijfwijzen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.