orkestinstrumentje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  orkestinstrumentje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • or·kest·in·stru·ment·je

Zelfstandig naamwoord

het orkestinstrumentje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord orkestinstrument
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.