oscilleer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oscilleer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • os·cil·leer

Werkwoord

vervoeging van
oscilleren

oscilleer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oscilleren
    • Ik oscilleer. 
  2. gebiedende wijs van oscilleren
    • Oscilleer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oscilleren
    • Oscilleer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord oscilleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.