outilleer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: outilleer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ou·til·leer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
outilleren |
outilleer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van outilleren
- Ik outilleer.
- gebiedende wijs van outilleren
- Outilleer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van outilleren
- Outilleer je?
Gangbaarheid
- Het woord outilleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.