overboog
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overboog (hulp, bestand)
Woordafbreking
- over·boog
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overbuigen |
overboog
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van overbuigen
- ... dat ik overboog.
- ... dat jij overboog.
- ... dat hij, zij, het overboog.
- ... dat ik overboog.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.