overbrachten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overbrachten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • over·brach·ten

Werkwoord

vervoeging van
overbrengen

overbrachten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van overbrengen
    • ...dat wij overbrachten. 
    • ...dat jullie overbrachten. 
    • ...dat zij overbrachten. 

Werkwoord

vervoeging van
overbrengen

overbrachten

  1. meervoud verleden tijd van overbrengen
    • Wij overbrachten. 
    • Jullie overbrachten. 
    • Zij overbrachten. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord overbrachten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.