overgroei

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overgroei    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • over·groei

Werkwoord

vervoeging van
overgroeien

overgroei

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overgroeien
    • Ik overgroei. 
  2. gebiedende wijs van overgroeien
    • Overgroei! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overgroeien
    • Overgroei je? 

Gangbaarheid

  • Het woord overgroei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.