overkeek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overkeek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • over·keek

Werkwoord

vervoeging van
overkijken

overkeek

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van overkijken
    • ... dat ik overkeek. 
    • ... dat jij overkeek. 
    • ... dat hij, zij, het overkeek. 
vervoeging van
overkijken

overkeek

  1. enkelvoud verleden tijd van overkijken
    • Ik overkeek. 
    • Jij overkeek. 
    • Hij, zij, het overkeek. 

Gangbaarheid

  • Het woord overkeek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.