overkluis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overkluis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- over·kluis
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overkluizen |
overkluis
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkluizen
- Ik overkluis.
- gebiedende wijs van overkluizen
- Overkluis!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkluizen
- Overkluis je?
Gangbaarheid
- Het woord overkluis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.