overlag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overlag    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • over·lag

Werkwoord

vervoeging van
overliggen

overlag

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van overliggen
    • ... dat ik overlag. 
    • ... dat jij overlag. 
    • ... dat hij, zij, het overlag. 

Gangbaarheid

  • Het woord overlag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.