overleef

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overleef    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • over·leef

Werkwoord

vervoeging van
overleven

overleef

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overleven
    • Ik overleef. 
  2. gebiedende wijs van overleven
    • Overleef! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overleven
    • Overleef je? 

Gangbaarheid

  • Het woord overleef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.