overprikkel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overprikkel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • over·prik·kel

Werkwoord

vervoeging van
overprikkelen

overprikkel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overprikkelen
    • Ik overprikkel. 
  2. gebiedende wijs van overprikkelen
    • Overprikkel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overprikkelen
    • Overprikkel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord overprikkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.