overstroomt

Uitspraak

• Geluid:  overstroomt    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• over·stroomt

Werkwoord

overstroomt

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overstromen
   

   • Jij overstroomt. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overstromen
   

   • Hij overstroomt. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overstromen
   

   • Overstroomt! 

Werkwoord

overstroomt

1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overstromen
   

   • ... dat jij overstroomt. 

2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overstromen
   

   • ... dat hij overstroomt. 

Gangbaarheid

• Het woord overstroomt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.