overtrekt

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

  • Geluid:  óvertrekt    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈovərˌtrɛkt/ (3 lettergrepen)
  • Geluid:  overtrékt    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˌovərˈtrɛkt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • over·trekt

Werkwoord

vervoeging van
overtrekken

overtrékt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtrekken
    • Jij overtrekt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtrekken
    • Hij overtrekt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overtrekken
    • Overtrekt! 
vervoeging van
overtrekken

óvertrekt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtrekken
    • ... dat jij overtrekt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtrekken
    • ... dat hij overtrekt. 

Gangbaarheid

  • Het woord overtrekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.