overtrok

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

  • Geluid:  óvertrok    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈovərˌtrɔk/ (3 lettergrepen)
  • Geluid:  overtrók    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˌovərˈtrɔk/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • over·trok

Werkwoord

vervoeging van
overtrekken

overtrók

  1. enkelvoud verleden tijd van overtrekken
    • Ik overtrok. 
    • Jij overtrok. 
    • Hij, zij, het overtrok. 
vervoeging van
overtrekken

óvertrok

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van overtrekken
    • ... dat ik overtrok. 
    • ... dat jij overtrok. 
    • ... dat hij, zij, het overtrok. 

Gangbaarheid

  • Het woord overtrok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.