ovuleerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ovuleerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ovu·leer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ovuleren |
ovuleerde
- enkelvoud verleden tijd van ovuleren
- Ik ovuleerde.
- Jij ovuleerde.
- Hij, zij, het ovuleerde.
- Ik ovuleerde.
Gangbaarheid
- Het woord ovuleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.