ovuleerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ovuleerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ovu·leer·de

Werkwoord

vervoeging van
ovuleren

ovuleerde

  1. enkelvoud verleden tijd van ovuleren
    • Ik ovuleerde. 
    • Jij ovuleerde. 
    • Hij, zij, het ovuleerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord ovuleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.