pářu

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /paːr̝ʊ/
Woordafbreking
  • pá·řu

Werkwoord

pářu

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord párat
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.