paarseizoenen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  paarseizoenen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • paar·sei·zoe·nen

Zelfstandig naamwoord

depaarseizoenenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord paarseizoen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.