paarseizoentje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: paarseizoentje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- paar·sei·zoen·tje
Zelfstandig naamwoord
het paarseizoentje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord paarseizoen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.