paasklokje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  paasklokje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • paas·klok·je

Zelfstandig naamwoord

hetpaasklokjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord paasklok

Gangbaarheid

  • Het woord paasklokje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.