pantserde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pantserde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pant·ser·de

Werkwoord

vervoeging van
pantseren

pantserde

  1. enkelvoud verleden tijd van pantseren
    • Ik pantserde. 
    • Jij pantserde. 
    • Hij, zij, het pantserde. 

Gangbaarheid

  • Het woord pantserde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.