parallelletje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  parallelletje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pa·ral·lel·le·tje

Zelfstandig naamwoord

hetparallelletjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord parallel
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.