parkeerders

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  parkeerders    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • par·keer·ders

Zelfstandig naamwoord

deparkeerdersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord parkeerder

Gangbaarheid

  • Het woord parkeerders staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.