partnerkerken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  partnerkerken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpartnərˌkɛrkə(n)/ (4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈpɑrt.nərˌkɛr.kə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈpɑrt.nərˌkɛr.kə(n)/
Woordafbreking
  • part·ner·ker·ken

Zelfstandig naamwoord

departnerkerkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord partnerkerk
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.