pastortjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pastortjes    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pas·tor·tjes

Zelfstandig naamwoord

depastortjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pastor
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.