paukte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  paukte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pauk·te

Werkwoord

vervoeging van
pauken

paukte

  1. enkelvoud verleden tijd van pauken
    • Ik paukte. 
    • Jij paukte. 
    • Hij, zij, het paukte. 

Gangbaarheid

  • Het woord paukte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.