peigert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  peigert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • peiĀ·gert

Werkwoord

vervoeging van
peigeren

peigert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peigeren
    • Jij peigert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peigeren
    • Hij peigert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van peigeren
    • Peigert! 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.