peins

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  peins    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • peins

Werkwoord

vervoeging van
peinzen

peins

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peinzen
    • Ik peins. 
  2. gebiedende wijs van peinzen
    • Peins! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peinzen
    • Peins je? 

Gangbaarheid

  • Het woord peins staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.