pepte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pepte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pep·te

Werkwoord

vervoeging van
peppen

pepte

  1. enkelvoud verleden tijd van peppen
    • Ik pepte. 
    • Jij pepte. 
    • Hij, zij, het pepte. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.