piepelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  piepelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pie·pelt

Werkwoord

vervoeging van
piepelen

piepelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van piepelen
    • Jij piepelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van piepelen
    • Hij piepelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van piepelen
    • Piepelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord piepelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.