pijnigde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pijnigde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pij·nig·de

Werkwoord

vervoeging van
pijnigen

pijnigde

  1. enkelvoud verleden tijd van pijnigen
    • Ik pijnigde. 
    • Jij pijnigde. 
    • Hij, zij, het pijnigde. 

Gangbaarheid

  • Het woord pijnigde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.