pisse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pisse    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pis·se

Werkwoord

vervoeging van
pissen

pisse

  1. aanvoegende wijs van pissen

Gangbaarheid

  • Het woord pisse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Frans

Werkwoord

vervoeging van
pisser

pisse

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van pisser
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van pisser
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van pisser
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.