plaatsmaakte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: plaatsmaakte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- plaats·maak·te
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| plaatsmaken |
plaatsmaakte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van plaatsmaken
- ... dat ik plaatsmaakte.
- ... dat jij plaatsmaakte.
- ... dat hij, zij, het plaatsmaakte.
- ... dat ik plaatsmaakte.
Gangbaarheid
- Het woord plaatsmaakte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.