placeert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  placeert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pla·ceert

Werkwoord

vervoeging van
placeren

placeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van placeren
    • Jij placeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van placeren
    • Hij placeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van placeren
    • Placeert! 

Gangbaarheid

  • Het woord placeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.