pluste

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pluste    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • plus·te

Werkwoord

vervoeging van
plussen

pluste

  1. enkelvoud verleden tijd van plussen
    • Ik pluste. 
    • Jij pluste. 
    • Hij, zij, het pluste. 

Gangbaarheid

  • Het woord pluste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.