pocheert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pocheert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • po·cheert

Werkwoord

vervoeging van
pocheren

pocheert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pocheren
    • Jij pocheert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pocheren
    • Hij pocheert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pocheren
    • Pocheert! 

Gangbaarheid

  • Het woord pocheert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.