poepte uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: poepte uit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- poep·te uit
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitpoepen |
poepte uit
- enkelvoud verleden tijd van uitpoepen
- Ik poepte uit.
- Jij poepte uit.
- Hij, zij, het poepte uit.
- Ik poepte uit.
Gangbaarheid
- Het woord poepte uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.